Je UNI instellen met radio

Waarom zou je radio gebruiken?

Zoals je misschien weet, kan de UNI worden gebruikt als rover of als basisstation. De rover ontvangt de gegevens, verwerkt ze en geeft je een nauwkeurige locatie in het veld. Het basisstation staat op een vaste positie en zendt correctiegegevens naar de rover in het veld.

Normaal zendt het basisstation de correctiegegevens uit via een (mobiele) dataconnectie. Dit is een stabiele en betrouwbare methode om de correctiegegevens uit te zenden en te ontvangen. In sommige gevallen kan de mobiele dataverbinding echter beperkt of onbestaande zijn. Dit zou betekenen dat het niet mogelijk is om de correctiegegevens te ontvangen en het dus niet mogelijk is om een nauwkeurige positie te krijgen. In dit scenario is het verzenden van de correctiegegevens via radiofrequenties de oplossing om toch met een nauwkeurige locatie te kunnen werken.

Radio is niet afhankelijk van enige andere vorm van verbinding dan zijn eigen verbinding en die van de ontvanger en is dus zelfvoorzienend. Als je de UNI met radio wilt gebruiken, kun je hieronder vinden hoe je dit instelt;

Je basiseenheid instellen met radio

Zorg er allereerst voor dat de UNI die als basisstation wordt gebruikt op een locatie staat met vrij zicht op de hemel. Dit zorgt ervoor dat de UNI nauwkeurig de informatie kan verzamelen om zijn locatie te bepalen en de juiste gegevens te verzenden. Ten tweede is de radio beperkt tot een directe zichtlijn met de ontvanger. Hoe minder obstakels er zijn tussen het basisstation en de rover, hoe makkelijker het is om de informatie te ontvangen en hoe sneller je een nauwkeurige locatie krijgt.

Ga, terwijl je verbonden bent met het WiFi-netwerk van de UNI die als basisstation zal worden gebruikt, naar de UNI-Connect webpagina (IP-adres; 192.168.27.1)
Ga naar "Instellingen" en dan "Locatie", druk op "bewerken" en pas de volgende instellingen toe
1. UNI-modus: Statische basis
2. Coördinaten basisstation: Enkelvoudige middeling
3. Opties voor basiscoördinaten: Moet op 30 minuten blijven staan om een positie te verzamelen
4. Type basisuitgang: Radio
5. Radio-instellingen: De meeste kunnen ongewijzigd blijven (zie afbeelding 1)
  1. Frequentie: 868,5 Mhz, de frequentie waarop het basisstation de gegevens uitzendt.
  2. Bandbreedte: 250 khz, de hoeveelheid gegevens die via de verbinding wordt verzonden
  3. Spreidingsfactor: 11, verlagen verlaagt de bitrate maar verhoogt het bereik
  4. Codeersnelheid: 5, hoger verhoogt de betrouwbaarheid, maar verlaagt de datasnelheid
  5. Uitgangsvermogen: 20 dBm, het maximaal mogelijke vermogen met de UNI
  6. Preamblelenght en antenneversterking zijn vastgesteld op respectievelijk 8 en 0
6. Uitvoerformaat: RTCM3 en MSM type 4
7. Geavanceerd RTCM3
  1. Schakel alleen het volgende in; (zie afbeelding 2)
    1. 1006, 1074, 1084, 1094 en 1124 en stel deze in op 1 Hertz
    2. 1033 en stel dit in op 0,1 Hertz
  2. Door deze te verlagen neemt het bereik toe, maar de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de fix af.
8. Druk ten slotte op "Locatie-instelling opslaan".
Ga naar "Instellingen" en dan "Geavanceerd" en voer de volgende code in: 022017
1. Ga naar het tabblad "RTK/DGPS
2. Verander indien nodig de RTK-datatime-out naar 20
3. Druk op "opslaan".
Uw UNI is nu klaar om correctiegegevens uit te zenden via radio!

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Je rover instellen met radio

Na het opzetten van je basisstation is het tijd om ook je rover op te zetten zodat je kunt beginnen met je metingen. Het opzetten van de rover is vergelijkbaar met het basisstation, maar de rover heeft geen tijd nodig om vooraf een nauwkeurige positie te bepalen. Zorg ervoor dat de rover is ingesteld met exact dezelfde instellingen en output formaat opties als het basis station. In de standaard situatie, zoals hierboven getoond, kun je de volgende stappen volgen:

Ga naar de UNI-Connect webpagina (IP-adres; 192.168.27.1) terwijl je verbonden bent met het WiFi-netwerk van de UNI die gebruikt zal worden als rover.
Ga naar "Instellingen" en dan "Locatie", druk op "bewerken" en pas de volgende instellingen toe
1. UNI-Modus: Bewegende rover
2. Positiemodus: Real-time kinematisch
3. Correctiemodus: Radio
4. Radio-instellingen: De meeste kunnen ongewijzigd blijven (zie afbeelding 1)
  1. Frequentie: 868,5 Mhz
  2. Bandbreedte: 250 khz
  3. Spreidingsfactor: 11
  4. Coderingssnelheid: 5
  5. Uitgangsvermogen: 20 dBm
  6. Preamblelenght en antenneversterking zijn vastgesteld op respectievelijk 8 en 0
5. Uitvoerformaat: Bluetooth
6. Uitvoerformaat opties: NMEA
Druk ten slotte op "Locatie-instelling opslaan".
Ga naar "Instellingen" en dan "Geavanceerd" en voer de volgende code in: 022017
1. Ga naar het tabblad "RTK/DGPS
2. Verander indien nodig de RTK-datatime-out naar 20
3. Druk op "opslaan".
Uw UNI is nu klaar om correctiegegevens via de radio te ontvangen!

Je bent er klaar voor!

Als je deze stappen volgt, kun je correctiegegevens via de radio ontvangen. Zo kunt u bijna overal meten waar u maar wilt. Of je nu op een afgelegen locatie bent zonder internetdekking of ergens waar een basisstation niet binnen bereik is! Veel meetplezier!