UNI-Collect voor de eerste keer gebruiken

Welkom bij UNI-Collect!

Welkom bij de gebruiksvriendelijke, betaalbare en complete landmeetapp UNI-Collect! Met UNI-Collect kun je alles opmeten wat je maar wilt, van tuinen tot perceelsgrenzen tot leidingen en kabels, tot alles wat je je maar kunt voorstellen. Je kunt je telefoon of tablet gebruiken om te meten, of om een centimeter nauwkeurige locatie te krijgen, de UNI-GRx of een externe GNSS ontvanger met bluetooth.

Of je nu een ervaren landmeter bent of voor het eerst meet, je zult binnen een paar minuten kunnen beginnen met meten en alle functies ten volle kunnen benutten! In dit artikel krijgt u een korte handleiding voor het opmeten van uw eerste punt in uw eerste project, dus laten we beginnen!

Uw UNI-Cloud-account aanmaken

Om te kunnen meten binnen UNI-Collect heeft u een UNI-Cloud account nodig. Dit account koppelt de gegevens die u meet of aanmaakt in UNI-Collect aan onze cloudomgeving, zodat al uw gegevens veilig worden opgeslagen en altijd toegankelijk zijn vanaf elk apparaat.

Maak een proefaccount aan en krijg 30 dagen gratis toegang om de app en de cloud zelf uit te proberen. Je kunt je account hier aanmaken . Na het aanmaken van je account kun je de app downloaden uit de Google Play Store of de Apple App Store. Je kunt nu je nieuwe accountgegevens gebruiken om in te loggen bij UNI-Collect.

Stappen om je eerste punt te meten

Het is eindelijk tijd om je eerste project te maken en je eerste punt op te meten! De app helpt ons bij het opzetten van het eerste project en toont ons de stappen die we moeten doorlopen.

Om je eerste project te maken, druk je op de knop "project toevoegen" in het midden van de app. Dit brengt ons naar de lijst met taken om je eerste project te maken;

Nauwkeurige projectinstellingen maken

Hier maken we de instellingen die we zullen koppelen aan je eerste project. Deze instellingen bepalen de minimale nauwkeurigheid die je nodig hebt om een punt op te meten, de minimale oplossing die nodig is om dat punt op te meten, de paalhoogte van je landmeetpaal en de meettijd.

Bovenaan het scherm kun je de naam invullen van de instelling die je op dit moment aan het maken bent, dit kan van alles zijn! In deze situatie raden we aan om het iets als "testinstellingen" te noemen, om aan te geven dat deze werden gebruikt tijdens je test.

Vervolgens zie je 3 opties met betrekking tot de minimale oplossing die nodig is om een punt te meten;

• RTK Fix, als je een UNI-GRx of een andere GNSS-ontvanger gebruikt die gegevenscorrecties kan ontvangen, dan is dit de oplossing voor de hoogste nauwkeurigheid.
• RTK Float, als je een UNI-GRx of een andere GNSS-ontvanger gebruikt die gegevenscorrecties kan ontvangen, kan deze instelling worden gebruikt als centimeter nauwkeurigheid niet nodig is, maar een nauwkeurigheid van bijvoorbeeld 50 centimeter ook voldoende zou zijn.
• Enkelvoudig, dit kan zowel door je tablet als door elke GNSS-ontvanger worden gebruikt, het zal alleen de GNSS-chips van het door jou gekozen apparaat gebruiken zonder het gebruik van gegevenscorrecties.

Om je eerste punt te testen en te meten, selecteren we Enkele.

De minimale nauwkeurigheid stelt de maximale afwijking in waarmee je kunt meten. Als je wilt meten met een maximale afwijking van bijvoorbeeld 5 centimeter, dan kun je 5 invoeren. In dit voorbeeld willen we meer "wiggleroom" en gaan we meten met behulp van de interne GPS-chip van de tablet, dus voeren we 1000 (10 meter) in.

De tijd die je wilt meten kan de nauwkeurigheid van je metingen sterk verbeteren. De tijd die je hier invoert is de tijd die de UNI-Collect app nodig heeft om je punt op te slaan. Gedurende die tijd zal het continu GNSS-gegevens verzamelen en op basis van die gegevens een gemiddelde positie creëren, waardoor je nauwkeurigere resultaten krijgt. Voor nu kunnen we dit op 1 seconde laten staan.

Als laatste kunnen we de hoogte invoeren waarop het tablet of de GNSS-ontvanger zich van de grond bevindt. De gemeten hoogte wordt automatisch gecorrigeerd met de hoogte die je hier invoert. De meeste landmeetpalen staan 2 meter van de grond, maar in onze testcase laten we het op 0 centimeter staan. Het laatste selectievakje wordt ingesteld bij gebruik van een UNI-GRx op een landmeetpaal en compenseert het kleine hoogteverschil tussen paal, adapter en GNSS-antenne.

Als je alle gevraagde informatie hebt ingevuld, kun je linksonder op de knop Opslaan drukken. Dit brengt je terug naar de stappen om een project te maken en zoals je kunt zien, hebben we zojuist een van de vakjes aangevinkt, goed gedaan!

Lagen maken

Lagen worden gebruikt om uw metingen te groeperen en te identificeren. Als je bijvoorbeeld leidingen en kabels meet, kun je een laag maken voor een specifiek kabeltype of specifiek materiaal. Wanneer je een punt meet, zal de app je vragen in welke laag je het wilt opslaan en zal het de kleur geven die je voor de laag hebt gekozen.

Eerst geven we onze laag een naam. Dit kan van alles zijn, maar om ons bovenstaande voorbeeld in leven te houden, geven we deze laag de naam trench (maar het kan van alles zijn).

Daaronder kun je de laag een beschrijving geven, deze stap is optioneel. Als er specifieke omstandigheden zijn om deze laag te gebruiken, kun je dat hier vermelden. Of misschien geef je extra informatie over de laag of geef je aan wie de laag heeft gemaakt, dat is helemaal aan jou!

De kleur van de laag spreekt voor zich, dit is de kleur die de laag heeft als je een punt of lijn meet. Ik heb het gevoel dat een loopgraaf een bruinachtige kleur moet hebben, dus dat is wat ik zal kiezen, maar jij bent de kunstenaar dus jij mag de kleur kiezen!

Het laatste onderdeel zijn de attributen, dit zijn de opties of tekst die je aan je laag wilt toevoegen. Als je bijvoorbeeld een kabel meet in de laag "cable", dan wil je misschien specificeren wat voor soort kabel je meet. Je kunt opties toevoegen zodat de persoon die meet de juiste optie kan kiezen of je kunt een tekstveld toevoegen zodat de persoon die meet het zelf kan typen. Elk attribuut dat je aanmaakt kan verplicht worden om in te vullen, maar als het niet nodig is om het overal of altijd in te vullen, kun je het verplichten uitzetten en leeg laten als je dat wilt.

Dat is de laatste stap, je hebt zojuist je eerste laag gemaakt. Om de laag op te slaan, druk je op de knop Opslaan linksonder in het scherm en nu kun je zien dat we zojuist stap 2 hebben voltooid. Nu zijn we aan het koken!

Je eerste project maken

Eindelijk is het tijd om je eerste project op te zetten!

Eerst moeten we ons project een naam geven, dit kan van alles zijn. Misschien heb je een specifiek projectnummer dat je gebruikt om projecten te identificeren of een adres waar je landmetingen uitvoert. Voor nu houden we het eenvoudig en noemen we het "Test project", omdat dat is wat we doen. Daarna kun je een projectbeschrijving geven. Deze stap is optioneel. Als je een kleine toevoeging hebt aan de projectnaam of specifieke informatie wilt koppelen, kun je dat hier invoeren, maar we houden het voor nu leeg.

Nu moeten we invoeren welk Coördinaat Referentie Systeem (CRS) we willen gebruiken. De UNI-Collect app converteert de metingen automatisch naar de juiste coördinaten. De Coördinaat Referentie Systemen zijn gegroepeerd per land, omdat verschillende landen vaak verschillende coördinaatsystemen gebruiken of er meer dan één gebruiken. Zoek eerst je land op en selecteer het, daarna kun je kiezen welk Coördinaat Referentie Systeem je wilt gebruiken. Omdat wij in Nederland zijn gevestigd, kiezen we Nederland in de landselector en gebruiken we ons lokale Coördinaat Referentie Systeem, namelijk "Amersfoort / RD NAP 2018).

Als laatste selecteren we onze projectinstellingen die we eerder hebben gemaakt. Hier hebben we de minimumvereisten opgegeven om een punt op te meten en zorgen we ervoor dat alles binnen dit project binnen een bepaalde nauwkeurigheid wordt opgemeten. Je krijgt een keuzemenu van alle aangemaakte projectinstellingen, maar voor nu gebruiken we onze "test" projectinstelling.

Nu kunnen we weer op de knop Opslaan drukken en ons eerste project is klaar!

Aansluiten op de UNI-GRx of externe GNSS ontvanger

De volgende stap is om verbinding te maken met de UNI-GRx of externe GNSS ontvanger. Wanneer je op de volgende stap drukt krijg je 3 opties, UNI (wat een UNI-GRx is), de tablet (SM-T860 in ons geval) of bluetooth. Als je de UNI selecteert, scant de tablet naar WiFi-signalen van een UNI-GRx in de buurt. Als er een binnen bereik is, wordt deze in de lijst weergegeven en als je deze selecteert, wordt je doorgestuurd naar de WiFi-instellingen van de tablet om verbinding te maken met de WiFi van de UNI-GRx. Het wachtwoord voor de WiFi van de UNI-GRx is altijd "marxact-uni" (allemaal kleine letters). Als je bluetooth selecteert, krijg je het verzoek van de UNI-Collect app om toegang te krijgen tot de bluetooth-informatie van de tablet. Vervolgens zoekt het naar bluetooth-apparaten in de buurt en kun je je GNSS-ontvanger uit de lijst selecteren. Kun je hem niet vinden in de lijst, controleer dan of je GNSS ontvanger bluetooth aan heeft staan en zichtbaar is. Tenslotte, wanneer je het tablet selecteert, zal het zijn interne locatie gebruiken om te meten binnen je project. In ons geval gebruiken we nu het tablet. Wanneer u het tablet selecteert, ziet u direct dat de volgende stap is voltooid en dat u klaar bent om uw eerste punt te meten!

Meet je eerste punt!

Als je op die stap drukt, word je doorgestuurd naar het project en krijg je een paar aanwijzingen van wat je op je scherm kunt zien. Eerst zie je een kaart waarop je je locatie kunt zien. Als het scherm blauw is of als je locatiemarkering niet zichtbaar is, kun je op de knop boven het plusje rechtsonder op je scherm drukken. Als je locatie dan nog steeds niet zichtbaar is, kan het zijn dat de locatie niet doorkomt, ga dan even naar buiten of zet het apparaat dicht bij een raam om de tablet van een locatie te voorzien.

Rechtsboven zien we de huidige nauwkeurigheid, de afwijking en het aantal satellieten in zicht. Als je een nauwkeurigheid van 10 meter of lager hebt, voldoe je aan de minimale eisen om te meten en is de plusknop rechtsonder in te drukken, als de afwijking hoger is dan 10 meter, kun je niet op die plusknop drukken.

Als je op die plusknop drukt, meet je je eerste punt. De app zal je dan vragen om een naam, misschien een unieke identificatie voor het object dat je meet of iets anders dat je kan helpen om het punt te identificeren, maar dat is geheel optioneel. Vervolgens kun je de laag selecteren waarin je je punt wilt opslaan, hier selecteren we onze nieuw aangemaakte laag "Trench" en kunnen we het punt opslaan. Je zult zien dat het punt je geselecteerde kleur wordt en wordt toegewezen aan de gekozen laag. Dat is alles, ja zo eenvoudig is het, je hebt net je eerste punt opgemeten!

Je project exporteren

Nu je je eerste punt hebt opgemeten, wil je deze informatie misschien gebruiken in de software van je keuze, bijvoorbeeld Autocad, Sketchup of Vectorworks of je wilt je gegevens in een Excel-formaat (CSV) aangeleverd krijgen. Om dit te doen drukken we op de 3 puntjes onderaan het scherm, hierdoor krijgen we extra opties. In deze opties zie je de optie "exporteren", wanneer je hierop drukt kun je de wolk selecteren en exporteren naar een DWG/DXF-bestand die vaak worden gebruikt voor verschillende technische tekensoftware of als CSV. Als je een van deze opties kiest, kun je het project exporteren naar onze cloudomgeving en je geëxporteerde project downloaden vanaf je computer of werkstation.

Synchroniseer je project

Tot slot, om een volledige back-up te maken van je project en het toegankelijk te maken vanaf je computer of werkstation, willen we je project ook synchroniseren met de UNI cloud. Om dit te doen, sluiten we ons project af door op het pijltje linksboven in het scherm te drukken. Om de gegevens te synchroniseren met de cloud, druk je op het cloud icoon linksboven en druk je op "start synchronisatie". Na een paar seconden wordt alle informatie naar de cloud gestuurd en ben je helemaal up-to-date met alle projecten! U kunt hier inloggen in de UNI-Cloud .

Er is nog zoveel meer!

Dit is nog maar het topje van de ijsberg als het gaat om de mogelijkheden van UNI-Collect en meten met de UNI-GRx.

We hebben het nog niet eens gehad over het importeren van Klic of het importeren van tekeningen of CSV's. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het berekenen van volume, het uitzetten van punten of het berekenen van vierkante meters. Correct, maar we hebben nu de basisbeginselen behandeld om te beginnen met inmeten met UNI-Collect. We moedigen je aan om met de app te spelen en alle verschillende mogelijkheden te ontdekken.

Denk je dat inmeten misschien iets voor jou is en wil je graag beginnen met inmeten met centimeter nauwkeurigheid, bekijk dan ons UNI-Complete pakket om direct van start te gaan. Je kunt een demonstratie op locatie aanvragen en een van onze collega's zal je alle in's en out's van de UNI-GRx en alle mogelijkheden van UNI-Collect laten zien!